Als Anne op een warme zomermiddag in het bos loopt te zoeken naar haar tennisbal, stuit ze op een klein, ogenschijnlijk onbewoond huisje. Ze loopt naar binnen en ziet aan het einde van de gang een jongen staan, die haar doordringend aankijkt. Hij zegt niks. Dan komt er een jonge vrouw tevoorschijn, die zich voorstelt als Selma. De jongen, Arthur, blijkt van een ver eiland te komen en een tijdje bij haar te logeren om de dood van zijn ouders te verwerken. Anne en de jongen sluiten vriendschap en proberen elkaars taal te leren. Ze zien elkaar iedere dag in het boshuis, maar wanneer Anne Arthur een keer mee wil nemen naar de stad, wordt dat door Selma verboden. Vanaf dat moment krijgt Anne steeds sterker het onbehaaglijke gevoel dat Selma iets te verbergen heeft. Ze besluit erachter te komen wat er aan de hand is. Al moet ze Arthur ervoor ontvoeren...