De avonturen van Tom Sawyer (1876) is het verhaal van een gedenkwaardige zomer. Tom Sawyer leidt een leven aan de oever van de Mississippi waar menig kind van droomt: boeven vangen, spijbelen, verdwalen in een grot, kattenkwaad uithalen en piraatje spelen op de rivier. In zijn inleiding schreef Mark Twain: 'De meeste in dit boek opgetekende avonturen zijn waar gebeurd voor een tweetal ervan heb ik uit mijn eigen ervaring geput, voor de rest uit die van jongens met wie ik op school heb gezeten... Hoewel mijn boek voornamelijk bedoeld is ter vermaak van jongens en meisjes, hoop ik niet dat het om die reden gemeden zal worden door mannen en vrouwen, ik heb namelijk onder meer beoogd om volwassenen op een aangename manier te herinneren aan wat zijzelf zijn geweest, aan wat hun gevoelens waren en hoe ze dachten en spraken, en aan de zonderlinge zaken waarmee ze zich soms bezighielden.'