Bij dit spel heeft iedere speler vier pionnen die een ronde over het bord moeten maken om veilig op een van de eindcirkels te geraken. Eenmaal daar kan een pion niet meer worden verzet. Als dat met alle pionnen is gelukt, heeft men het spel gewonnen. Elke speler heeft pionnen van een eigen kleur, een eigen beginpunt, en eigen eindcirkels waar andere pionnen niet mogen komen. Het bord kent twee varianten: een voor maximaal 4 spelers, en een voor maximaal zes spelers. De spelers gooien om beurten met een dobbelsteen en moeten een pion rechtsom het aantal cirkels verplaatsen dat de worp aangeeft. Wanneer een pion op een cirkel komt waar al een andere pion staat, dan wordt deze afgegooid (geslagen). Een afgegooide pion moet weer opnieuw in het spel worden gebracht en van voren af aan zijn ronde maken. Als men het rijtje met de vier eindcirkels van de eigen kleur bereikt, mag men doortellend afhankelijk van het aantal gegooide ogen dit rijtje binnengaan. Het is niet verplicht om eerst 1 te gooien om het rijtje eindcirkels binnen te mogen lopen. Men zet het aantal stappen dat met de dobbelsteen is gegooid; als het eindpunt van de rij eindcirkels wordt bereikt, dan wordt verder gezet, achteruit. Vanaf 6 jaar.